“Als de basis goed is, kan je de veestapel pas echt goed bijsturen”

Het is alweer bijna drie jaar geleden dat Sander Lamers is gestart met de samenwerking met AHV. In de loop der jaren heeft Sander zijn eigen visie en werkwijze ontwikkeld op het gebied van diergezondheid. Benieuwd hoe Sander zijn veestapel gezond en in productie houdt? Wij vertellen het u graag in dit artikel. 

Als we komen aanrijden bij Mts. Lamers in Beugen is Sander nog druk bezig met de derde snede van het land te halen. Voor ons geen enkel probleem, want dat geeft ons de mogelijkheid, uiteraard met toestemming van Sander, om vast een rondje te lopen op het bedrijf. We zien direct dat alles er goed bijstaat bij de familie. De stal ziet er netjes uit, het voergang ligt vol met mooi aangeveegd rantsoen en de koeien zijn lekker aan het vreten of liggen te herkauwen. Ondanks dat het vandaag richting de 25 graden gaat, merk je daar niks van in stal. De ventilatoren doen hun werk en het is heerlijk vertoeven voor mens en dier.

Eerste aangepakte koe loopt er nog steeds

Het bedrijf van Sander en zijn vrouw Kim met momenteel 125 melkkoeien en 60 stuks jongvee, kent zijn oorsprong uit een bedrijf dat door zijn opa net na de oorlog is overgenomen. Begin jaren 80 heeft de vader van Sander het bedrijf van Sander zijn opa overgenomen waarna Sander in 2008 in de maatschap is ingestapt. In 2011 is er direct een nieuwe stal gebouwd, waardoor het aantal dieren verdubbeld kon worden. In 2021 heeft Sander het bedrijf volledig overgenomen. Rond deze periode was AHV al een paar keer op bezoek geweest bij Sander en zijn vader.

“Het zal wel dacht ik eerst. Totdat AHV een keer langskwam en er net een koe lag met heftige uiergezondheidsuitdagingen. Toen zeiden wij, nou vooruit, laat maar eens zien of het werkt. En het werkte! De koe is goed opgeknapt en loopt nu al in haar 8^ste lactatie. Dit resultaat gaf ons vertrouwen en toen zijn we gaan doorpakken”, aldus Sander.

Sander geeft eerlijk toe in het begin wat sceptisch te zijn geweest over AHV en de werking van de oplossingen. “Natuurlijke middelen had ik niet veel vertrouwen in. We hadden wel eerder natuurlijke middelen geprobeerd, maar dat werkte destijds niet. Als je dan uiteindelijk begint, leer je ermee werken. En dat is ook wel het belangrijkste. Je moet de producten en de werking begrijpen en dan zie je resultaat.”

Sander zijn aanpak rondom afkalven

Als de basis op je bedrijf goed is, dan is het volgens Sander echt niet nodig om elke koe proactief iets te geven rondom het afkalven. Echter ziet hij wel degelijk de meerwaarde in van het kunnen bijsturen van individuele koeien. “De AHV Metri Tablet zet ik altijd in bij zware afkalvingen of tweelingen. Je weet dat dit gewoon een heftige aanslag op het lichaam van het dier is en dan kan extra ondersteuning geen kwaad. Ik had laatst nog een tweeling. Na het afkalven gaf ik direct de Metri en Milk Start en de nageboorte kwam er toen snel en goed af. Daar doe je het voor!”

Sander benadrukt dat wanneer hij twijfelt over de gezondheid van de koe na het afkalven hij altijd een Milk Start geeft. Hij bedoelt hiermee de slome koeien of de koeien die wat koud voelen. Ook de koeien waarvan je weet dat ze een uitdaging vormen rondom het kalven worden goed in de gaten gehouden door Sander.

“Als ik weet dat een koe bijna altijd plat gaat na het afkalven of als ik twijfel, dan let ik extra goed op en geef ik haar waar nodig een Metri en Milk Start”, aldus Sander. De AHV Milk Start zorgt met haar samenstelling voor voldoende opname van fosfor, magnesium, calcium en actieve vitamine D3. De calciumopname is heel snel door de toegevoegde actieve vitamine D3 in het product. Het inzetten van de Milk Start en Metri rondom het afkalven zorgt ervoor dat uw koe weer vol energie met de juiste mineralendekking aan de lactatie kan beginnen. Dit is iets wat Sander goed begrijpt en gericht toepast op zijn veestapel.

“Ik dacht die wordt nooit meer drachtig”

Sander heeft zelf 12 jaar lang gewerkt in de fokkerij en daarom ook extra aandacht en kennis van alles rondom vruchtbaarheid. Als zijn koeien de tocht goed laten zien, maar de inseminatie lukt niet, dan maakt hij zich niet direct druk. Vaak produceren ze nog goed en zijn er geen onderliggende gezondheidsuitdagingen, dan laat Sander ze rustig doorlopen en krijgen ze weer een nieuwe kans. Vaak scant hij ze dan wel even om er zeker van te zijn dat er zich geen cystes hebben gevormd.  

“Laatst had ik een geval, een erg goede en mooie koe, maar drachtig krijgen lukte niet. Ze had een gigantische baarmoeder en het lukte maar niet om haar opgeschoond te krijgen. Toen dacht ik laat ik AHV-Specialist Sonja van Vugt eens om advies vragen. Sonja heeft toen met een technisch specialist en interne dierenarts overlegd en kwam met het volgende advies. Ze moet eerst weer tochtig worden, zodat de baarmoedermond openstaat. Na het tochtig krijgen, adviseerde zij na 7 uur de AHV Metri toe te dienen en 12 uur daarna nog een keer de Metri te herhalen. En geloof het of niet maar ze is nu weer drachtig!”, geeft Sander trots aan.

Naast MPR sturen op geleidbaarheid

Naast de periode rondom het afkalven heeft Sander ook zijn eigen werkwijze ontwikkeld rondom uiergezondheidsuitdagingen. Sander kijkt hierbij naar de slagingskans per individueel geval. Hij maakt daarin ook een duidelijk onderscheid tussen vaarzen en derdekalfskoeien en ouder. De vaarzen en tweedekalfskoeien krijgen bij Sander bijvoorbeeld alleen een Extra Tablet voor het verbeteren van de uiergezondheid. Vanaf derdekalfskoeien krijgen zij naast de Extra Tablet ook een Quick Tablet en Aspi toegediend.

“AHV-Specialist Sonja van Vugt komt iedere maand langs om de MPR na te lopen. We bekijken dan samen de Excel lijst vanuit AHV en pikken de koeien eruit die wij niet vertrouwen en zijn gemarkeerd door AHV. Daarnaast stuur ik ook erg op geleidbaarheid. Het voordeel hiervan is dat ik veel eerder uitdagingen kan tackelen. Als ik grote afwijkingen zie dan wacht ik de MPR niet af, maar ga ik direct proactief aan de slag. Dat is erg prettig aan het sturen op basis van geleidbaarheid. Alhoewel geleidbaarheid niet altijd betrouwbaar is want sommige spenen blijven gewoon wat hoger zitten, in dat geval is het weefsel gewoon beschadigd. Dat moet je even weten en in je achterhoofd houden.”

Energie uitdagingen onder veestapel? Dit doet Sander!

Een koe die achterloopt qua melkgift, vooral een week na afkalven, verdient extra aandacht bij Maatschap Lamers. Als Sander ziet dat een koe achterblijft op haar melkgift dan stuurt hij haar bij met de AHV Booster Tablet. Daarnaast doet Sander nog veel meer om het energieniveau in balans te houden. “Als ik abrupte heftige energie uitdagingen heb, dan drench ik haar altijd met de AHV Booster Powder en geef daarnaast de AHV Aspi. Als het een kleinere afwijking is of wanneer je ziet dat ze niet direct na afkalven aan de melkgift kan voldoen, dan geef ik haar een AHV Booster Tablet.”

De keuze die Sander hierin maakt is een logische keuze. De AHV Booster Powder zorgt namelijk voor snelle energie ondersteuning, terwijl dit bij de Booster Tablet iets langer duurt en een geleidelijk proces is. Ook voor de warme weersomstandigheden die er weer aankomen, heeft Sander de nodige maatregelen getroffen. “Ik zorg ervoor dat de drinkbakken goed schoon zijn, de ventilatie goed op orde is en ik heb een sproeileiding op het voerhek. Deze gaat aan boven de 28 graden”, aldus Sander. Het is wel duidelijk dat de veestapel van Maatschap Lamers voldoende liefde en aandacht krijgt om zo gezond mogelijk te kunnen leven.

Liever eentje te veel, dan te weinig

Dat Sander nu veel en graag met de producten van AHV werkt is wel duidelijk. Hij geeft ons zelfs aan dat het gebruik van reguliere middelen het afgelopen jaar op één hand te tellen is. Zijn DDD is dan ook nog nooit zo laag geweest. Maar wat zijn nu de hoofdredenen op met AHV te blijven werken? Sander geeft aan dat hij ermee heeft leren omgaan. Elke koe een product toedienen kan volgens Sander niet uit, maar hij dient wel liever een product te veel dan te weinig toe. Volgens hem verdien je het immers toch wel terug onder aan de streep. Niet alleen in de melkproductie, maar ook zeker in de leeftijd van de veestapel. De gemiddelde leeftijd bij afvoer ligt met 6 jaar en 8 maanden namelijk ruim boven gemiddeld. Hetzelfde geldt voor de gemiddelde levensproductie, deze ligt met 48.000 ook ver boven gemiddeld.

Kritisch kijken naar de koeien

“Natuurlijk kijk ik kritisch naar de koeien die ik eruit pak, maar als ze beter worden dan verdien ik het wel terug. Normaal zal ik kosten hebben aan een dierenarts, nu aan AHV. Je denkt soms, het is wel een heel bedrag wat ik er nu in doe, maar als je dan ziet hoeveel melk je kan blijven leveren, dan ebt dat gevoel snel weg. Vooral als je naar de geleidbaarheid kijkt, geeft dit soms een vertekend beeld. Zoals eerder aangegeven hoeft een afwijking dan niet altijd direct een actie te betekenen, maar ik schiet hem dan maar gewoon in. In mijn ogen zorgt het voor voldoende resultaat.”

“En als ik het een paar keer heb geprobeerd maar het werkt niet, dan bespreek ik dit gewoon met Sonja. We besluiten dan soms ook gewoon om er mee te stoppen of we proberen nog één keer iets anders. Dat kan een product van AHV zijn of een regulier product. Vaak zie je dan echter ook geen reactie meer. Maar we hebben het dan in ieder geval geprobeerd.”

De basis moet goed zijn om bij te kunnen sturen

Sander geeft aan dat hij nog wel eens hoort dat collega veehouders de producten duur vinden. Echter vindt hij dat geen eerlijk beeld scheppen. Volgens Sander moet je het gewoon proberen en het eigen maken, dan verdien je het echt makkelijk terug. “Wat wel belangrijk is, is dat de basis op het bedrijf gewoon goed is. Met AHV kan je erg goed bijsturen op individuele gevallen, maar je lost er niet alles mee op. Dat zal te mooi voor woorden zijn natuurlijk. Het is bedrijfsafhankelijk en als je de basis niet goed in orde hebt, zullen zowel de reguliere middelen als die van AHV niet voldoende resultaat geven. Ook moet je niet eigenwijs zijn en zelf kansloze dieren gaan aanpakken. De begeleiding en samenwerking met AHV is belangrijk, vooral in het begin.”

Als we het nog even hebben over de toekomst, dan geeft Sander aan dat hij graag het celgetal vast rond de 100 heeft. Hij wil nog graag in de productie iets omhoog en zich richten op de 12.000 liter. “Ze kunnen veel meer dan ze doen, maar ik wil het rustig en vooral goed aanpakken. De gezondheid blijft altijd het belangrijkste punt bij het doorvoeren van de veranderingen”, eindigt Sander het interview mee, waarna hij weer snel aan het werk gaat om het gras opgeschud te hebben.

Korte introductiefilm over Mts Lamers