Energie essentieel voor goed functionerend immuunsysteem en optimale melkgift

De afgelopen jaren heeft er genetische selectie plaatsgevonden bij melkvee, met als resultaat een hogere melkgift dan ooit tevoren. Helaas heeft dit ook een keerzijde. De overgang van droge koe naar lacterende koe vereist veel energie van de hoog productieve melkkoe (Santos et al., 2012). Het energieverbruik in de eerste weken na het afkalven overstijgt de energieopname via het voer. Een te groot energietekort kan leiden tot gezondheidsuitdagingen en een verminderde immuun functie. Deze kunnen de melkgift en de vruchtbaarheid van de koe belasten en verlagen. De producten van AHV ondersteunen de koe om deze zware periode te overbruggen.  

Energieopname versus energieverbruik

Al vlak voor het afkalven komen melkkoeien energetisch gezien in een dal terecht. Dit is normaal omdat ze relatief gezien onvoldoende voedsel tot zich nemen om te kunnen voorzien in de energie die nodig is voor de melksynthese. Dit noemt men een Negatieve Energie Balans (NEB) en wordt door elke koe in het begin van de lactatie ondervonden. Essentieel is dat de NEB zo beperkt mogelijk blijft. Een periode van matig energietekort kan een koe zonder uitdagingen overbruggen. Wanneer de energiebehoefte door een risicofactor verhoogd wordt of wanneer door managementfouten de energieopname daalt, kan dit resulteren in ernstige energietekorten en een verstoord metabolisme.

Het afkalven

Het afkalfproces is een ingrijpend proces voor de koe. Niet alleen het geboorteproces zelf is ingrijpend, maar ook de verplaatsing naar de afkalfstal, de hoge melkproductie en de verandering van droogstandsrantsoen naar lactatierantsoen. Stress kan lijden tot zowel een verhoogde energiebehoefte als een mindere opname van energie. Aan het einde van de dracht neemt de groei van het kalf het hardst toe, dit gaat ook gepaard met een stijging in energiebehoefte. Door het groeiende kalf wordt er steeds meer ruimte ingenomen door de baarmoeder waardoor de koe vlak voor het afkalven minder droge stof kan opnemen. Daarnaast heeft de koe een verminderde eetlust rond het afkalven en kan de voeding maar deels in de energiebehoefte van de koe voorzien (Walsh Et al., 2011).

Start lactatie vraagt veel van een koe

Met de start van de melkproductie neemt de vraag naar glucose voor de uier toe, dit om de dagelijks stijgende melkopbrengst mogelijk te maken. Voor een koe die 40 kg melk per dag produceert, moet de aanvoer van glucose naar de uier 3 kg per dag bedragen (Zhao et al., 2007). De toegenomen melkproductie leidt tot een verhoogde vraag naar voedingstoffen (Weber et al., 2013). Het energieverbruik voor lichaamsprocessen en de lactatie in de eerste weken na het afkalven overstijgt de energieopname via het voer.

Door AHV Booster Tablet op dag ±14 voor het afkalven en nogmaals samen met AHV Extra Tablet op dag 7 na afkalven toe te dienen, kan een koe deze uitdagingen voorblijven. AHV Booster Tablet verhoogt de energieopname door goed verteerbare energiebronnen en benutting ervan. Daarnaast ondersteunt de AHV Booster Tablet de gezondheid van de lever. De AHV Extra Tablet verbetert daarnaast de uiergezondheid en zorgt ervoor dat de uier opgeschoond aan de lactatie kan beginnen.

Energieopname limiterende factor melkproductie

Energieopname is de belangrijkste limiterende factor op de melkproductie bij hoogproductieve melkkoeien en wordt bepaald door de netto energie van het dieet en de drogestofopname (DSO). De daling in opname van droge stof rondom het afkalven is slechts tijdelijk (Bossaert et al., 2008). Enkele weken na het afkalven zal de eetlust van de koe toenemen, mede dankzij de dalende insulineconcentratie. Echter, de stijging van droge stof opname loopt achter op de stijgende energievraag. De lactatiepiek treedt op tussen de 4de en 8ste week na het afkalven, terwijl de droge stof opname pas stijgt tussen de 8 en 22 weken na het afkalven (Bossaert et al., 2008).

Het is belangrijk om koeien de juiste proactieve en reactieve gezondheidszorgprogramma’s aan te bieden om deze periode zo goed mogelijk door te komen. Het AHV Booster-assortiment voorziet u het dier van energie om aan deze behoeften te kunnen voldoen. De AHV Booster Tablet stimuleert de koe om efficiënter de energie uit het rantsoen te benutten. Wanneer er behoefte is aan veel snelle energie, is drenchen met de Booster Powder de beste oplossing.

NEB en het effect op het immuunsysteem

Koeien met een grotere negatieve energiebalans hebben een vermindering van bepaalde immuunfuncties (Hammon et al., 2006; Le Blanc, 2008). De daling van de DSO en de concentratie calcium rond het geboorteproces in combinatie met de NEB en het verlies aan mineralen of vitaminen aan het begin van de lactatie resulteren in een verminderde immuunfunctie. Dit kan leiden tot serieuze gezondheidsuitdagingen. (Santos et al., 2012).

Het belangrijkste van dit alles blijft dat wanneer je op tijd kan ingrijpen op energiewaarden, je de koe helpt om optimale prestaties te leveren. Wanneer een koe goed in haar energie zit, dan zal dit onder andere een positieve bijdrage hebben op de melkproductie, vruchtbaarheid, immuniteit, het afkalven en voor het stressniveau van zowel de koe, als van u als veehouder. Als de koe gezond blijft, blijft zij voldoende melk leveren, wat u als veehouder rust geeft.

Bronnen:

Santos, J. E. P., Bisinotto, R. S., Ribeiro, E. S., Lima, F. S., & Thatcher, W. W. (2012). Impacts of metabolism and nutrition during the transition period on fertility of dairy cows. In 2012 High Plains Dairy Conference, Amarillo, Texas (pp. 97-112).

Walsh, S. W., Williams, E. J., & Evans, A. C. O. (2011). A review of the causes of poor fertility in high milk producing dairy cows. Animal reproduction science, 123(3-4), 127-138.

Zhao, F. Q., & Keating, A. (2007). Expression and regulation of glucose transporters in the bovine mammary gland. Journal of Dairy science, 90, E76-E86.

Weber, C., Hametner, C., Tuchscherer, A., Losand, B., Kanitz, E., Otten, W., … & Hammon, H. M. (2013). Hepatic gene expression involved in glucose and lipid metabolism in transition cows: Effects of fat mobilization during early lactation in relation to milk performance and metabolic changes. Journal of dairy science, 96(9), 5670-5681.

Bossaert, P., Leroy, J., Cools, S., & Opsomer, G. (2008). De metabole adaptatiemechanismen bij hoogproductieve melkkoeien. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 77(1), 207-215.

Hammon, D., Evjen, I. M., Dhiman, T. R., Goff, J. P., & Walters, J. L. (2006). Neutrophil function and energy status in Holstein cows with uterine health disorders. Veterinary immunology and immunopathology, 113(1-2), 21-29.

LeBlanc, S. J. (2008). Postpartum uterine disease and dairy herd reproductive performance: a review. The Veterinary Journal, 176(1), 102-114.