Hoge melkproductie en diergezondheid moeten hand in hand gaan

De Wetschothoeve in het Belgische Vlimmeren wordt gerund door Bart Jochems en zijn gezin. Bart is de derde generatie boer op het melkveebedrijf, wat niet altijd volledig als melkveebedrijf heeft gefunctioneerd. Op de huidige locatie startten zijn grootouders ooit met een bedrijf met meer tuinbouw dan landbouw. Zo werden er onder andere augurken en aardbeien geteeld en hield het bedrijf daarnaast kippen, varkens en koeien. Toen de vader van Bart in 1976 het bedrijf overnam, heeft hij ervoor gekozen om zich te richten op de melkveetak. In 2000 was het de beurt aan Bart om het bedrijf over te nemen van zijn vader, op dat moment telde het bedrijf zo’n 70 koeien. Sindsdien zijn er veel veranderingen doorgevoerd op het bedrijf, waaronder de aanpak op het gebied van diergezondheid. Wilt u weten welke veranderingen het bedrijf heeft doorgemaakt en hoe zij uitdagingen hebben aangepakt? We vertellen het u in dit artikel.

Ambities voor een hogere productie

Sinds Bart het bedrijf overnam, is het aantal koeien geleidelijk aan sterk gestegen en telt het bedrijf momenteel 280 koeien met bijbehorend jongvee, waarvan 95% Holstein is. De vader van Bart was altijd al intensief bezig met de fokkerij en begon ooit met koeien die een productie hadden van 7.500 liter. Door de jaren heen heeft ook de productie een evolutie doorgemaakt en ligt dit getal nu op 10.000 liter. In het aantal koeien kan het bedrijf niet meer groeien, dus nu komt het erop aan dat de koeien gaan stijgen in productie. Hiervoor heeft Bart nog volop ambities, zijn wens is om richting de 13, 14 of zelfs 15.000 liter te gaan melken. Om het melken efficiënt te maken hebben ze aan het begin van dit jaar vier Merlin Fullwood Packo melkrobots laten plaatsen welke tot nu toe goed bevallen.

Behoefte aan alternatief voor reguliere middelen was groot

Toen er bij het bedrijf voor het eerst een AHV adviseur langskwam, was Bart helemaal niet overtuigd van het verhaal. Enige tijd later zei een collega boer uit de buurt tegen hem “Die producten werken goed, dat moet je toch eens proberen!”. “Op dat moment hadden we ook echt wel problemen dat het niet goed ging met de uiergezondheid en we waren eigenlijk ten einde raad.”, vertelt Bart. “We geloofden niet echt in AHV in het begin, maar we waren al die reguliere middelen zo beu waardoor we dachten, we gaan dat toch eens een kans geven. We zijn begonnen met het opvolgen van de protocollen en nu zijn we drie jaar verder.” Ook de begeleiding van de vaste AHV Adviseur van het bedrijf, Stella Faber, is van grote meerwaarde. “Onze AHV-Adviseur Stella steekt er ook echt veel werk in om goede resultaten te behalen, daar zijn we erg tevreden over.” Het bedrijf maakt gebruik van MPR-begeleiding waarbij elke zes weken gekeken wordt naar de gezondheidsstatus en productie van de koeien waarna er naast het proactieve advies ook een reactief advies volgt voor eventuele producttoedieningen bij de dieren.

Visie melkveehouder, Arla en AHV sluiten op elkaar aan

Naast uiergezondheid, wordt ook gebruik gemaakt van de producten uit het AHV Transitie en Baarmoedergezondheid & Vruchtbaarheidsprogramma. Rondom het afkalven worden de Metri Tablet, StartLac Paste en de Booster Tablet ingezet. Het AHV Baarmoedergezondheid & Vruchtbaarheidsprogramma is gericht op het verbeteren van de deze twee thema’s, het bevorderen van een optimaal afkalfproces, een sterke start van de lactatie en een verhoogde levenslange productiviteit.

De melk van de koeien wordt sinds tien jaar geleverd aan Arla, waar Bart ook in het bestuur zit. Bij Arla zijn zowel duurzaamheid als het gebruik van traditionele middelen belangrijk aspecten, de visie van AHV sluit hier goed bij aan. Ook wordt er een kwaliteitspercentage uitbetaald op basis van het tankcelgetal. Bart geeft aan dat doordat Arla hier zo op inspeelt, je als boer er ook veel bewuster mee bezig bent en dat vindt hij een goede zaak. Op het bedrijf is het gebruik van traditionele middelen erg laag op het gebied van uiergezondheid. Minder dan 30% van de koeien wordt drooggezet met het gebruik van reguliere middelen. “Het gebruik van AHV bespaart traditionele middelen, de Metri Tablet draagt hier echt aan bij. Vroeger zetten we op het gebied van baarmoedergezondheid toch meer traditionele middelen in bij tweelingen en baarmoedergezondheidsproblemen.”

Uiergezondheid is nu onder controle

De manier van werken met de AHV-producten is met de tijd ook veranderd op het bedrijf. “In het begin was het vooral problemen oplossen in plaats van dingen voorkomen, en nu zijn we eigenlijk wel op het moment aangekomen dat het gewoon goed draait. Het tankcelgetal is goed, uiergezondheidsproblemen zijn er niet veel, we hebben het gevoel dat het nu onder controle is.” Waar de uiergezondheid langere tijd voor serieuze problemen zorgde, zijn de andere gezondheidsaspecten van de koeien eigenlijk stabiel geweest op het bedrijf. “Als ik nu op het gebied van uiergezondheid verdenkingen zie, dan pak ik dat nu meteen al intensief aan. In deze gevallen geef ik een koe dan een Quick, Extra en Aspi Tablet, en dikwijls ook een Booster Tablet erbij om de koeien optimaal te ondersteunen.”

Moeizame start van de lactatie? Booster Tablet toedienen

Naast de ondersteuning van de uiergezondheid, wordt de Booster Tablet nog breder ingezet op het melkveebedrijf. Eens in de paar dagen wordt er gekeken hoe de verse koeien opstarten en als er wordt opgemerkt dat een koe een wat moeizame start heeft, wordt er een Booster Tablet ingezet. “Ik vind dat het product zeker zijn werk doet, we zetten het ook in bij een te lage pH-waarde in de pens.” Stella licht dit verder toe: “Booster wordt vaak ingezet bij een achterblijvende productie, bij een verandering van de mest, verminderde pensvulling en bij een verminderde eetlust. Door het gebruik van de Booster Tablet zie je dat een koe binnen een paar dagen weer terug gaat eten en zo de andere gezondheidsproblemen ook weer verbeteren.”

“De capaciteit van de melkrobot wordt met AHV nu optimaal gebruikt”

In het begin moest Bart nog wel wennen aan de nieuwe werkwijze, vooral dat het soms wat langer duurde voordat er zichtbaar resultaat was. Inmiddels weet hij dat het werkt en hoe lang het zou mogen duren voordat de werking zichtbaar is. “Het is niet duurder dan de traditionele middelen, het werkgemak vind ik goed en ik ben er van overtuigd dat wanneer je de protocollen volgt en ziet op de melkcontrole dat het tankcelgetal zakt, dat je uiteindelijk steeds minder reactief producten in hoeft te zetten, wat het een stukje voordeliger maakt. Wat ik vooral het grote voordeel bij de melkstal vond toen we nog met personeel molken, is dat de producten van AHV veilig zijn ten opzichte van traditionele middelen. En nu vind ik het met de robots eigenlijk nog gemakkelijker. Wanneer je een koe een product toedient, moet je haar wel in de gaten houden, maar je hoeft er niet meer onder te kruipen want je hebt de melkput niet meer, dat vind ik een heel groot voordeel. Wanneer je na het toedienen van traditionele middelen melkt, dan moet de robot na die koe een spoeling doen en dat duurt echt minuten. Als die koe drie keer door de robot komt om te melken, ben je 24 minuten kwijt. Dat is met 280 koeien niet praktisch. Met AHV doe je gewoon een backflush en heb je met normale werking geen tijdverlies en maak je optimaal gebruik van de capaciteit van de melkrobot.”

Wensen voor de toekomst

Op het gebied van vruchtbaarheid van de veestapel ziet Bart nog kansen om deze te verbeteren en hier zijn ze dan ook intensief mee bezig. Zo vertelt hij dat de twee speerpunten van het bedrijf eigenlijk altijd voeding en vruchtbaarheid zijn geweest. Toch bleek het soms lastig om het overzicht te bewaren wat betreft de vruchtbaarheid, maar nu is nu een nieuwe werkwijze voor op het bedrijf. De vruchtbaarheidsbegeleider komt nu elke dinsdagochtend en controleert zo’n 20 tot 30 koeien. De koeien worden 30 dagen na kalven gecontroleerd en het valt op dat er bijzonder weinig koeien vuil zijn, wat positief is voor de vruchtbaarheid van de koeien. Met deze aanpak en de ondersteuning van de AHV-producten heeft Bart er alle vertrouwen in dat ook dit gezondheidsaspect weer naar een hoger niveau getild wordt.