“Je moet de koe de tijd gunnen tijdens herstelperiodes”
Recent hebben wij een bezoek mogen brengen aan familie Maes van Maes LV uit Lommel. Het familiebedrijf wordt gerund door de tweede generatie die de afgelopen jaren flink wat veranderingen heeft doorgevoerd voor het verbeteren van hun bedrijf en de diergezondheid. Door het testen van verschillende werkwijzen en producten werd er een proactieve aanpak ontwikkeld voor het optimaliseren van de diergezondheid. Benieuwd hoe AHV deze aanpak ondersteunt?
De geschiedenis van Maes LV
Frank en Kristel zijn de tweede generatie die het melkveebedrijf Maes LV in het Belgische Lommel runnen. Oorspronkelijk was Maes LV in handen van de ouders van Frank. Toen Frank van school kwam in 1989 werkte hij eerst als helper mee op het bedrijf en stapte daarna vanaf 1992 echt bij het bedrijf in. In 1996 besloten de ouders van Frank het melkveebedrijf over te dragen aan Frank en Kristel die het bedrijf voortzetten. Ook dochter Anouk helpt actief mee in het bedrijf.
In 2014 vonden grote veranderingen plaats met de bouw van de nieuwe melkveestal en de omschakeling naar melkrobots. Van de omschakeling naar het melken met de robots hebben ze geen dag spijt gehad. “Het was een enorme vooruitgang en het heeft een boost gegeven aan ons eigen welzijn en het werkplezier op ons bedrijf. Door de komst van de melkrobots kregen we meer informatie over onze koeien en hoefden we zelf niet meer in de melkstal te staan. Dit zorgde ervoor dat we weer tijd hadden om door de stal te lopen en ons echt bezig te houden met de koeien”, vertelt Frank. Dit was ook het moment waarop het management van de diergezondheid breder aangepakt kon worden. De veehouder kon hier dichter opzitten en het monitoren. Verschillende werkwijzen en producten werden getest en daaruit is nu een standaardwerkwijze is ontstaan.

Naast nieuwe robots ook een vernieuwd management
Door het in gebruik nemen van de twee melkrobots eind 2014 was er veel waardevolle data beschikbaar van elke individuele koe. Dit was het moment waarop de pijnpunten op het bedrijf op het gebied van diergezondheid bloot gelegd konden worden en de kansen werden aangegrepen om met de juiste aanpak deze punten te verbeteren. De nieuwe aanpak van de familie was datagericht en bestond uit data bekijken, evalueren en de diergezondheidsaanpak hierop aanpassen. De veranderingen in de hoeveelheid liter melk per koe sinds het in gebruik nemen van de robots laten een positieve stijging zien. “In een tijdsbestek van zo’n 5 à 6 jaar zijn we al 2.000 liter per koe omhoog gegaan door de nieuwe stal, de melkrobots en het optimaal houden van het stalcomfort.”
Iets meer dan een jaar geleden kwam een AHV-specialist een keer het erf oprijden bij het melkveebedrijf. “We hebben toen een kort gesprek gehad en een vervolgafspraak vastgelegd samen met AHV-specialist Rina omdat we haar al kenden. We wilden graag luisteren naar het verhaal; het is belangrijk dat het verhaal dan geloofwaardig is en dat je kan begrijpen wat er wordt uitgelegd”, vertelt Frank. Op basis van dit eerste gesprek werd een eerste bestelling geplaatst van de AHV Prolife-S en de AHV Metri Tablet om een eerste stap te zetten naar een proactieve aanpak. Frank licht deze keuze toe: “Het advies van Rina voor koeien die aan de nageboorte bleven staan, was om geen ziektekiemen meer naar binnen te brengen door bijvoorbeeld onze eigen handen, maar de baarmoeder van de koe het zelf te laten opschonen door de toepassing van de AHV Metri.”
Metri laat positief effect op baarmoedergezondheid zien
Ook op het gebied van baarmoedergezondheid wordt de data van de koeien ingezet om de diergezondheid te verbeteren. Afhankelijk van hoe groot de uitdaging is, kunnen de koeien gedrencht worden of wordt er een booster, pasta of bolus toegediend. Bij zwaardere afkalvingen ervaren wij eigenlijk geen baarmoedergezondheidsuitdagingen meer. We zijn ervan overtuigd dat de Metri hier een positief effect op heeft. Wanneer er sprake is van een zware kalving wordt er Aspi gegeven wat voor rust zorgt bij de koe. We gebruiken weinig reguliere middelen, vanwege de wachttijd, maar ook voor het welzijn van de dieren.
Aantal benodigde rietjes sterk gedaald
Na het afkalven worden de koeien vanaf 30 dagen gecontroleerd op vruchtbaarheid. Als een koe na 4 weken geen tocht laat zien, wordt deze opnieuw gecontroleerd en nagegaan of er sprake is van een energietekort. “We zijn tijdens de warme zomer gestart met het standaard geven van een Metri Tablet en een StartLac Pasta vlak na het afkalven en dit doen we nog steeds. Eerder moesten de koeien wel eens gespoeld worden omdat ze vuil waren, maar dat is nu verleden tijd”, vertelt Frank. Ook het inseminatiepercentage is positief veranderd op het bedrijf; het gemiddelde aantal rietjes heeft een dalende trend ingezet en is afgenomen met 10-20%. “We zitten nu op een gemiddeld aantal van 2,3 inseminaties, voorheen was dit 2,6 tot 2,7. Vooral het jongvee laat op dit gebied een mooie waarde zien van gemiddeld 1,3 tot 1,4 inseminaties.”
Data essentieel bij het verbeteren van de uiergezondheid
Op het gebied van uiergezondheid worden de koeien bij Maes LV gemonitord op basis van het celgetal. Aan de hand van een 4-wekelijkse MPR worden eventuele verhogingen in het celgetal in de gaten gehouden. Bij de vaarzen wordt gekeken naar waarden boven de 100, bij koeien met meerdere lactaties worden de dieren met een celgetal boven de 150 uitgelicht. “Dankzij de verkregen data van de MPR kunnen wij de koeien blijven sturen waar nodig en daar verbetert de uiergezondheid. We zien het als een investering. We willen niet meer afwachten, maar meteen handelen wanneer het nodig is. Hoe snel we resultaat zien na het toedienen van oplossingen hangt af van wanneer je hebt ingezet en bij welke koe. Bij vaarzen verwachten we sneller resultaat dan bij oudere koeien. Soms zien we bij de volgende MPR al iets resultaat, maar we bekijken het altijd over twee à drie MPR’s.”
Inmiddels is de werking van het AHV-concept goed bekend bij de Familie Maes. Zo licht Frank verder toe: “Je moet je visueel voorstellen hoeveel biofilm oudere koeien mogelijk hebben opgebouwd; daar moet je wel realistisch in zijn. Je moet deze koeien langer de tijd gunnen om het effect te zien van de gezondheidsaanpak. Reguliere middelen zullen ook wel werken, maar deze zullen waarschijnlijk niet de hele uitdaging, de biofilm, aanpakken. Je moet de koe de kans geven om haar gezondheid te verbeteren door middel van tijd. Wij hebben nog altijd een goed gevoel bij de investering die je hiervoor doet.”

Werkwijze bij afkalven
Bij bepaalde gehaltes rondom het afkalven kijkt Frank goed naar de energiewaarden. Als het energieniveau goed is, is er minder kans op uitdagingen en minder kans op een negatieve energiebalans. “We hebben een keer een vaars gehad met milde uiergezondheidsuitdagingen die we vlak voor de MPR een Extra Tablet hebben gegeven. Hierna hebben we bacteriologisch onderzoek laten doen en bleek het uberis te zijn. We hebben haar toen met Quick en Aspi ondersteund en haar celgetal is toen van 2 miljoen naar 90.000 gezakt”. Naast de positieve verandering in het celgetal gaf dit nog meer bijkomende voordelen: “We hebben voor deze vaars geen reguliere middelen hoeven gebruiken. De koe kon gewoon gemolken worden en de melk hoefde niet uitgehouden te worden en ze loopt nog steeds in onze veestapel.”
Vlak na het afkalven krijgen de koeien een emmer met energiedrank. “Wanneer een koe niet fit is en we niet 100% zeker weten wat het is, zetten wij al snel drenchen in. Dit zorgt voor meer volume in de pens en het zorgt ervoor dat de toxines uit het lichaam gaan. Meestal drenchen we maar één keer. Bij de heftige gevallen met koorts en bij die niet willen eten en drinken, drenchen we wel eens een keer extra. De koe heeft ook even tijd nodig om op te knappen tenzij ze niet eten en drinken natuurlijk. Het is erg belangrijk om naar de individuele koe te kijken en ze ook zo te begeleiden”, benadrukt Frank.
Proactieve ondersteuning van kalveren met Calf Start, Reco Paste en Respi
Ook voor de kalveren op het bedrijf is een proactieve aanpak ontwikkeld. De kalveren worden in groepjes van maximaal zes kalfjes gehouden. “Als er één kalf in zo’n groepje een kuchje heeft, wordt de hele groep aangepakt. Een week Respi kan dan al voldoende zijn.” Frank geeft aan dat deze aanpak veel reguliere middelen bespaart en geen negatieve invloed heeft op de relatie tussen de boer en het kalf. Hij legt dit verder uit: “Als we de kalveren elke dag moeten behandelen met regulieren middelen dan worden de kalfjes al gauw terughoudender naar mensen toe.”
Het bedrijf had af en toe te maken met kalverdiarree, maar dat is nu onder controle. Doordat er in het verleden periodes waren waarin veel kalfjes tegelijk werden geboren, was de infectiedruk in de stal te hoog. Door het aanpassen van de kalverboxen werd dit stabieler en werd er vanaf toen ook preventiever de Calf Start ingezet om de kalfjes sneller terug stabiel te krijgen. “Bij de stierkalfjes gebruiken we al gauw een Reco Paste om ze een boost te geven. Bij de vaarsjes die niet snel genoeg drinken of niet sterk genoeg zijn, maken we gebruik van de Calf Start gedurende 4 à 5 dagen voor meer immuniteit.”

“Natuurlijk kost het geld, maar het levert meer op ”
Wat betreft de financiën in relatie tot de diergezondheid geeft Frank aan dat vasthouden aan een proactieve aanpak zeker voordelen oplevert. “Elk product kost geld. Ik denk dat wat je in de AHV-producten investeert je ook terug krijgt. Door het gebruik van de Metri en de StartLac geven de koeien meer melk in de eerste dagen van de lactatie en verbetert de vruchtbaarheid aantoonbaar. Door deze verbeterde vruchtbaarheid hebben we gemiddeld minder rietjes nodig. Daarbovenop hoeven onze koeien nu geen onnodige ongemakken te ervaren omdat we met reguliere middelen vaak wat langer moesten wachten tot we daadwerkelijk tot aanpakken over gingen. Het laatste halfjaar hebben we geen uiergezondheidsuitdagingen hoeven aan te pakken.”
“Het verminderen van reguliere middelen wordt een nieuwe trend voor ons”
Ook voor de toekomst ziet familie Maes meerwaarde in AHV als het gaat om het verminderen van de hoeveelheid reguliere middelen. “Het verminderen van reguliere middelen wordt een nieuwe trend voor ons. Daarnaast hebben we vergeleken met de periode vóór AHV een betere inseminatiegraad, een hogere melkgift en is het celgetal gedaald, nu voor de derde maand op rij onder de 100 en ook zelfs wel eens onder de 50. We zien nog steeds elk jaar het aantal uiergezondheidsuitdagingen afnemen.”
Frank licht verder toe waarom het gebruik van de AHV-producten praktisch is: “Als we besluiten om een koe nog wel aan te pakken, ondanks dat ze al ouder is en waarschijnlijk op korte termijn afgevoerd zal worden, kosten AHV-producten ook geld, maar niet zoveel als een bezoek van de dierenarts. De wachttijden en het uithouden van de melk zijn met reguliere middelen gewoon zonde. Als we twee dieren met uiergezondheidsuitdagingen hebben en we hebben geen stierkalven dan moeten we de melk weg doen. Wanneer deze twee koeien wel 20 liter per dag geven, ben je zo 40 liter per dag kwijt en dat is weggegooid geld. We geven sowieso geen melk van koeien welke behandeld zijn met reguliere middelen aan de kalveren dus je bouwt bij de kalven geen resistentie op; dat is een bijkomend voordeel.”
Veehouder en specialist vullen elkaar aan
Op de vraag of de veehouder AHV zou aanraden, geeft hij aan dit ongetwijfeld te doen met een belangrijke kanttekening. “Probeer het sowieso eerst bij jonge dieren; je moet niet verwachten dat het meteen een wondermiddel is voor een koe die in de 3e of 4e lactatie zit met een lange gezondheid historie.” Dit past ook bij de visie van AHV om vooral te werken naar een proactieve gezondheidsaanpak van dieren.
“Met de producten van AHV werk je via protocollen en dan vergeet je niet hoe een product werkt en hoe het ingezet moet worden. Door het proactieve karakter van de producten stel je de gezondheidsaanpak van de dieren niet uit omdat je ze direct in kunt zetten. Juist ook wanneer ze nog niet meteen uitdagingen ervaren. Na het kalven hebben we nu een standaard protocol waardoor elke koe verzekerd is van een goede start van de lactatie en snel opknapt na het afkalven. Bijkomend voordeel is dat iedereen bij ons deze producten kan toedienen omdat het oraal wordt gegeven. Hierdoor hoeft er ook niet gewacht te worden op iemand die bijvoorbeeld een injectie kan en mag geven. Na behandeling met AHV-producten gaan de koeien meteen weer de groep in; ze behouden dezelfde routine.”

Naast de protocollen van AHV geeft de familie aan dat de begeleiding van de AHV-specialist een grote meerwaarde is. “De specialist kijkt naar de geschiedenis van een koe; vooral met uiergezondheidsuitdagingen zie je een bepaald patroon bij een koe. De specialist heeft een andere kijk op een dier dan de boer zelf en kan daardoor heel realistisch blijven.”
Frank sluit het gesprek samenvattend af: “Het gebruik van AHV-producten is een investering die je doet en je moet erin geloven als je het wil gebruiken. Bij het gebruik van producten zoals de Metri zie je gewoon meteen het verschil qua afkomen van de nageboorte en uitdagingen bij de baarmoedergezondheid. Als de koeien op deze gebieden geen uitdagingen meer ervaren, heb je de investering gewoon snel terug verdiend.“
Mede door de positieve resultaten die de familie heeft ervaren met de producten en begeleiding van AHV raakte dochter Anouk hier nog meer in geïnteresseerd. Inmiddels hebben wij haar bij AHV mogen verwelkomen in het team van diergezondheid specialisten in België!
Over het melkveebedrijf
Op het melkveebedrijf Maes LV lopen 140 Holstein melk- en kalfkoeien rond en 130 stuks Holstein jongvee. Gezamenlijk zijn de koeien verantwoordelijk voor een gemiddelde melkproductie van 9.700 kilogram melk met 4,89% vet en 3,70% eiwit en een tussenkalftijd van 380 dagen. Het bedrijf maakt gebruik van twee DeLaval melkrobots en doet niet aan weidegang.
Een vraag voor een AHV-Specialist?
Wilt u bezocht worden door een AHV-Specialist om samen de gezondheid op uw melkveebedrijf te bespreken? Onze AHV Specialist komt graag bij u langs om samen de gezondheid van uw koeien te beoordelen en met een passend koespecifiek advies te komen.
Benelux – Contact Opnemen Adviseur kort
"*" geeft vereiste velden aan