Metabole uitdagingen in de transitie periode: Uitleg over melkziekte
De periode tussen het moment van droogzetten en 30 dagen na het afkalven noemen we de transitieperiode. In deze periode staat een koe voor grote veranderingen en uitdagingen. Daarom is de transitieperiode van cruciaal belang voor de gezondheid, productie en winstgevendheid van melkkoeien. Door het opstarten van de biest- en melkproductie is er een plotselinge toename in de behoefte aan voedingsstoffen, die wel drie keer zo hoog kan zijn als voor het kalven, precies op het moment dat de droge stof opname afneemt, waardoor het aanbod van voedingsstoffen achterblijft (Dekkers & Sorensen, 1999; Mezzetti et al., 2021). Als een koe in deze periode niet voldoende of niet correct wordt ondersteund, kunnen de kleinste uitdagingen het kantelpunt zijn en daarbij de oorzaak zijn van grote metabolische uitdagingen.
De transitieperiode gaat gepaard met een complex samenspel van metabole, hormonale en immuun veranderingen. Deze veranderingen vereisen dat de juiste voedingsstoffen verstrekt worden om ervoor te zorgen dat aan de behoeften van de koe wordt voldaan. Dit is van belang voor zowel de laatste groeifase van het kalf als het begin van een succesvolle lactatie. Onvoldoende ondersteuning tijdens deze periode kan leiden tot gezondheids- en ontwikkelingsuitdagingen voor zowel koe als kalf.
Er zijn veel uitdagingen die mogelijk voortkomen uit de metabole, hormonale en energieaanpassingen die een koe ondergaat in de transitieperiode. Ook is er een indirect risico op andere gezondheidsuitdagingen. Zoals stille tocht, zwaar afkalven of uitdagingen op het gebied van motoriek en voortplanting (Lührmann, 2011). In dit artikel ligt de focus op een van deze gezondheidsuitdagingen, namelijk melkziekte. Er zal meer worden uitgelegd over de aandoening in het algemeen, de oorzaak, de symptomen en de kosten in verband met melkziekte.
Wat is melkziekte?
Melkziekte, of subklinische hypocalciëmie, rond het afkalven is een gezondheidsuitdaging waar melkkoeien mee te maken kunnen krijgen door onvoldoende ondersteuning tijdens de transitieperiode (DeGaris & Lean, 2008). Melkziekte is een van de meest voorkomende mineraal gerelateerde metabole aandoeningen waar koeien rond het afkalven mee te maken krijgen (Fikadu et al., 2016).
In het begin van de lactatie stijgt de energiebehoefte tot ongeveer 300% en de calciumbehoefte tot meer dan 65% om de (opstart van de) melkproductie te ondersteunen (Drackley, 1999). Dit leidt tot een drastische toename in de vraag naar mineralen (calcium, fosfor, magnesium) en energiereserves. Als niet aan deze behoeften wordt voldaan, loopt een koe het risico om melkziekte te ontwikkelen.
Energie- en eiwitbehoefte na afkalven


Figuur 1 toont de hoeveelheden netto energie die gezonde koeien op 4 dagen na afkalven nodig hebben, verbruiken en gebruikt wordt door de melkklier. De behoefte aan netto-energie overtreft de opname met respectievelijk 26%. Het berekende gebruik van netto-energie door de melkklier voor de melkproductie bedroeg respectievelijk 97% van de inname. Hierdoor blijft er weinig energie over om in de onderhoudsbehoeften te voorzien (Drackley, 1999).
Figuur 2 toont de hoeveelheden metaboliseerbaar eiwit die gezonde koeien op 4 dagen na het afkalven nodig hadden, verbruikten en gebruikt wordt door de melkklier. Metoliseerbaar eiwit is het eiwit dat overblijft nadat verliezen via urine en ontlasting zijn afgetrokken van het totale eiwit opgenomen via voeding. De koeien in deze proef hadden een metaboliseerbare eiwitbehoefte die 25% hoger lag dan hun opname. Bovendien bedroeg het berekende gebruik van metaboliseerbaar eiwit door de melkklier voor de melkproductie 83% van de inname. Hierdoor bleeft er weinig over om in de onderhoudsbehoefte te voorzien (Drackley, 1999).
Klinische melkziekte
De incidentie van klinische melkziekte varieert over het algemeen van 0 tot 10% op een gemiddeld melkveebedrijf. Echter kan dit oplopen tot 25% van de koeien die kalven. Onderzoek heeft aangetoond dat subklinische melkziekte voorkomen kan worden bij wel 80% van de koeien die afkalven (DeGaris & Lean, 2008). Bovendien neemt het risico op melkziekte toe met de leeftijd, omdat melkziekte meestal oudere, hoogproductieve koeien treft. Ongeveer 50% van de melkkoeien vanaf de tweede lactatie hebben calciumconcentraties in het bloed die onder de drempelwaarde voor subklinische hypocalciëmie vallen na het afkalven.
Onvoldoende calcium in het bloed kan ertoe leiden dat een koe niet kan opstaan, omdat calcium cruciaal is voor de zenuw- en spierfunctie (Frikadu et al., 2016). Verder kan een tekort aan calcium in het bloed leiden tot een verminderde pensfunctie. Dit omdat de contractiekracht van de pens afneemt als de calciumconcentratie daalt. Bij klinische melkziekte kunnen de penscontracties zelfs verdwijnen (Huber et al., 1981).
Symptomen melkziekte
Een koe met melkziekte is te herkennen aan een lage eetlust en een lage activiteit. Als gevolg van hypocalciëmie zijn de oren van de koe vaak koud. Het calciumtekort in het bloed zorgt er ook voor dat de spieren niet goed meer werken. Als het bijvoorbeeld de skeletspieren aantast, kan het een reden zijn waarom een koe niet meer goed kan opstaan, of in ernstigere gevallen kan het leiden tot downer koeien. Een ander voorbeeld is dat wanneer de baarmoederspieren worden aangetast, als gevolg kunnen koeien aan de nageboorte blijven staan. Als de spieren zijn aangetast, kan dat ook gevolgen hebben voor het afkalven en bij het sluiten van de baarmoederhals, maar het kan ook andere organen aantasten, zoals het hart en de pens. Statistisch gezien sterft meer dan 5% van de koeien aan melkziekte.
Figuur 3 geeft een schematisch overzicht van de gevolgen van melkziekte (wanneer het een verminderde spierfunctie en/of een verhoogde immuunfunctie veroorzaakt). Het toont aan dat de melkziekte, of hypocalciëmie, een wijdverspreid effect kan hebben op lichaams- en orgaanfuncties.

Afbeelding 3: Gevolgen van melkziekte (Mulligan, 2006).
Kosten melkziekte
Melkziekte is een van de meest voorkomende mineraal gerelateerde stofwisselingsziekten bij melkkoeien. Economisch gezien kan melkziekte ervoor zorgen dat het productieve leven van de melkkoe met 3,4 jaar wordt verkort. De economische verliezen als gevolg van klinische melkziekte zijn aanzienlijk en omvatten verliezen door sterfte (8% van de getroffen koeien), vroegtijdig afvoeren (12% van de getroffen koeien), behandelingskosten en verminderde melkproductie (in de volgende lactatie). Gemiddeld heeft een koe met melkziekte een melkverlies van 36,42 liter tijdens een periode met gezondheidsuitdagingen (Engdawork, 2019; Bzuneh et al., 2020).
De kosten van subklinische gevallen van melkziekte zijn vaak veel hoger dan verwacht. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat de geschatte kosten van klinische melkziekte op een gemiddeld Nederlands melkveebedrijf met 103 melkkoeien ongeveer € 4.860,07 per jaar bedragen. Subklinische melkziekte, zoals hierboven beschreven, kan tot 80 procent van de veestapel treffen, wat leidt tot economische verliezen die bijna vier keer groter zijn dan de verliezen die geassocieerd worden met klinische melkziekte (DeGaris & Lean, 2008; Guard et al., 1996).
Tabel 1: Geschatte economische impact van klinische melkziekte op een gemiddeld Nederlands melkveebedrijf met 103 koeien.
Geschatte kosten per geval | €761.05 |
Gemiddeld aantal gevallen Als percentage van de totale veestapel | 6.0% |
Aantal getroffen koeien per jaar | 6.2 |
Totaal verlies per jaar | €4,860.07 |
Voorkomen van de mineraal- en energietekorten
Om melkziekte te voorkomen (of op zijn minst het risico erop te verkleinen), is extra aandacht nodig voor het voorkomen van de mineraal- en energietekorten die eerder in dit artikel zijn besproken. Hoewel behandeling met intraveneuze infusie van calciumzoutoplossingen de meeste klinische gevallen van hypocalciëmie geneest, wordt gesuggereerd dat een specifiek controleprogramma moet worden geïmplementeerd wanneer de incidentie van melkziekte stijgt tot meer dan 10% bij koeien met een hoog risico; dat wil zeggen koeien die de derde of latere lactatieperiode ingaan.
Strategische preventie van melkziekte is economisch belangrijk voor melkveehouders vanwege het minimale productieverlies, de mortaliteit en de veterinaire kosten die gepaard gaan met gevallen van klinische melkziekte (Frikadu et al., 2016).

AHV StartLac gebruiken
AHV StartLac is een dieetvoeder en biedt ondersteuning rond het afkalven om een te laag calciumgehalte in het bloed te voorkomen. Dit is mogelijk door de opname van actieve vitamine D3, die een snellere en efficiëntere opname van calcium uit bloed, spieren en botten bevordert. Het stimuleert het lichaam om deze processen zelf weer op te pakken. Het product bevat ook magnesium en fosfor die een extra positief effect hebben op de calciumopname, die nodig is voor het afkalven, de biest en de melkproductie. Verder bevat het inuline, dat de energiebenutting ondersteunt, en gisten, ter ondersteuning van de spijsvertering.
StartLac Tablet
StartLac is verkrijgbaar in twee vormen, namelijk een pasta en een tabletvorm. Bij de AHV StartLac Tablet, moet één tablet direct na het afkalven worden toegediend en een tweede tablet 12 tot 24 uur na het afkalven.
StartLac Paste
De AHV StartLac Paste wordt direct na afkalven gegeven ter ondersteuning van de start van de lactatie en mineralen- en energiesuppletie. De StartLac Paste kan ook gebruikt worden als reactieve mineralenondersteuning. In dat geval moet eerst één tube worden gegeven en daarna elke 12 uur worden herhaald (ter vermindering van het risico op melkziekte en subklinische hypocalciëmie).
Het toedienen van AHV StartLac Tablet en StartLac Paste bereidt de koe echt voor op een verbeterde start van de lactatie. Hierdoor kan ze haar productieniveau handhaven, een goede gezondheidsstatus bereiken en productief succes boeken.
Zowel StartLac Tablet als StartLac Paste maken deel uit van verschillende AHV programma’s ter ondersteuning van Transitie en Baarmoedergezondheid & Vruchtbaarheid.
Ons proactieve advies
TRANSITIE PROGRAMMA |

1x AHV Booster Tablet

1x AHV StartLac Paste of Tablet
(Tablet na 12- 24 uur herhalen)

1x AHV Aspi Tablet

1x AHV Booster Tablet
Voor dit programma zijn in deze periode geen AHV producten proactief noodzakelijk
Ons proactieve advies
BAARMOEDERGEZONDHEID & VRUCHTBAARHEID PROGRAMMA |

1x AHV Booster Tablet

1x AHV StartLac Paste of Tablet
(Tablet na 12- 24 uur herhalen)

1x AHV Aspi Tablet

1x AHV Metri Tablet

1x AHV Booster Tablet
Voor dit programma zijn in deze periode geen AHV producten proactief noodzakelijk
Bronnen
Bzuneh, E., Alemneh, T., & Getabalew, M. (2020). Milk fever (parturient paresis) and its economic impact in dairy cattle production. Journal of Veterinary Medicine and Research, 7(3): 1191.
DeGaris, P. J. & Lean, I. J. (2008). Milk fever in dairy cows: A review of pathophysiology and control principles. The Veterinary Journal, 176(1), 58-69.
Dekkers, J. C., & Sorensen, D. (1999). Persistent effects of lactation on somatic cell count. Journal of Dairy Science, 82(7), 1454-1461.
Drackley, J. K. (1999). Biology of dairy cows during the transition period: The final frontier?. Journal of Dairy Science, 82(11), 2259-2273.
Engdawork, A. (2019). Review: Milk fever and its economical impacts in commercial dairy cattle production. International Journal of Agriculture & Agribusiness, 2(2), 221-242.
Fikadu, W., Tegegne, D., Abdela, N., & Ahmed, W. M. (2016). Milk fever and its economic consequences in dairy cows: A review. Global Veterinaria, 16(5), 441-452.
Huber T.L., Wilson R.C., Stattelman A.J., Goetsch D.D.. Effect of hypocalcemia on motility of the ruminant stomach (1981). American Journal of Veterinary Research, 42(9), 1488-90.
Lührmann B. (2011). Fruchtbarkeit- Rechnet sich das? [PowerPoint slides]. Bezirksstelle Osnabrück der Landwirtschaftskammer (LWK) Niedersachsen. http://www.lkv-mv.de:8080/examples/Information/!Fachtagung%20der%20Landwirte%20und%20Tieraerzte/29FT/Fruchtbarkeitskosten%20Vortrag%20LKV%20M-V%2012-10-2011.pdf
Mezzetti M., Cattaneo L., Passamonti M.M., Lopreiato V., Minuti A., Trevisi E. (2021). The Transition Period Updated: A Review of the New Insights into the Adaptation of Dairy Cows to the New Lactation. Dairy, 2(4), 617-636.
Mulligan, F., O’Grady, L., Rice, D., & Doherty, M. (2006). Production diseases of the transition cow: Milk fever and subclinical hypocalcaemia. Irish Veterinary Journal, 59(12), 697-702.
Een vraag voor een AHV-Adviseur?
Wilt u bezocht worden door een AHV Adviseur om samen de gezondheid op uw melkveebedrijf te bespreken? Onze AHV Adviseur komt graag bij u langs om samen de gezondheid van uw koeien te beoordelen en met een passend koespecifiek advies te komen.