Proactief sturen op melkkwaliteit door gebruik te maken van beschikbare data
Uiergezondheid; iedere melkveehouder heeft er dagelijks mee te maken. Toch blijft het vaak een uitdaging om de uiergezondheid onder controle te houden. Het celgetal is een goede parameter voor uiergezondheid. Hoe kan een afwijkende waarde ontstaan op de melkproductieregistratie (MPR)? Een MPR verzamelt bij melkveehouders periodiek dierspecifieke data, hierin wordt de kwaliteit van de melk beoordeelt. Maar wat zeggen deze waarden en hoe kunt u hier de diergezondheid het beste op sturen?
![Proactief sturen op melkkwaliteit](https://ahvint.com/content/uploads/AHV-Header-website-article-4.png)
Wat schoon is moet schoon blijven
De MPR geeft de melkveehouder handvatten om gericht te kunnen sturen op uiergezondheid. Veel melkveehouders handelen al via protocollen als het gaat om uiergezondheid; het droogzetmanagement, box bedekking, melktechniek en de methodiek of het behandelen van een koe met een verhoogd celgetal. Het belang van een gezond uier is algemeen bekend. Op de vraag waar nieuwe uiergezondheid uitdagingen in de nieuwe lactatie vandaan komen toonden Bradley en Green (2004) (figuur 1) aan dat 60 procent van de zichtbare uiergezondheidsuitdagingen binnen de eerste honderd dagen na afkalven het gevolg zijn van binnengedrongen bacteriën, ontstaan tijdens de droogstand. Koeien met een melkgift van 12,5 kilogram of hoger hebben een significant hoger risico op nieuwe uiergezondheidsuitdagingen in het begin van een nieuwe lactatie. Met elke vijf kilogram extra bij het droogzetten vergroot deze kans aanzienlijk (Rajala-Schultz et al., 2005). Nieuwe infiltraties ontstaan meestal door bacteriën die via het speenkanaal toegang krijgen tot de uier. Doordat tijdens het droogzetten de spanning op de uier dusdanig groot is staat het speenkanaal open om melk te lekken. Tegelijkertijd opent het de poort voor bacteriën om een nieuwe huisvesting te vinden in de uier. Rondom het afkalven vindt dit proces wederom plaats. De afkalfstal kan een oase aan bacteriën zijn, die klaar zijn om het lichaam van de koe te bestormen.
![Lactatiecyclus](https://ahvint.com/content/uploads/Afbeelding9-1024x576.png)
Proactief is beter dan reactief
De data van de MPR zijn veelal de aanleiding voor melkveehouders om te sturen op onzichtbare uiergezondheidsuitdagingen. Een verhoogd celgetal laat zien dat het afweersysteem van de koe in gevecht is met een binnendringer. Hoe meer tijd de binnendringer heeft in de koe, hoe meer tijd de binnendringer heeft gehad om zich te vermenigvuldigen en om zich te beschermen tegen de afweer van de koe. Naarmate dit langer duurt, wordt dit geclassificeerd als blijvende uitdagingen
Omdat een proactieve aanpak beter is dan een reactieve, handelen steeds meer melkveehouders op deze manier. Het belang van de informatie uit de MPR komt hierin weer naar voren. Hoe snel reageer je als melkveehouder op een attentie? Dit is van invloed op het aantal koeien die langdurig kampen met uiergezondheidsuitdagingen die uiteindelijk in de stal lopen. Onderzoek van Buiting (2012) wijst uit dat celgetal nummer twee is van afvoerredenen van melkvee.
Door middel van besmettingsbronnen te verminderen en celgetal attenties uit de MPR vroegtijdig aan te pakken wordt er proactief geacteerd op uiergezondheid. Het proactief handelen op uiergezondheid en algehele hygiëne zal ervoor zorgen dat de redenen van afvoer wat betreft celgetal en uiergezondheidsuitdagingen worden verlaagd. Hiermee wordt de levensduur van uw melkkoeien verlengd. Door het verlengen van de levensduur zal het vervangingspercentage lager worden, waardoor er minder aanwas nodig is.
Hoe kunt u met AHV de uiergezondheid op uw bedrijf optimaliseren?
Om de uiergezondheid op bedrijven te ondersteunen en optimaliseren heeft AHV een uiergezondheidsaanpak ontwikkeld. Deze aanpak richt zich op het vroegtijdig identificeren en aanpakken van afwijkingen. Hierbij kijken we naar data zoals MPR-gegevens en robotdata. Afwijkende waarden bij uw koeien kunnen een indicatie zijn voor (aankomende) diergezondheidsuitdagingen. Bij AHV maken wij een onderscheid tussen de vier categorieën UDR-C, UDC-L, UDC-R en UDC-P. Deze categorieën houden rekening met de gezondheidsstatus en geschiedenis van uw dier en baseren hierop het advies. Wilt u weten welk advies wij bij uw koe adviseren? Onze specialisten gaan hier graag met u over in gesprek en adviseren u daarbij vrijblijvend op basis van de specifieke gegevens van uw bedrijf om zo samen blijvende schade in de uier en de daarbij gepaarde kosten te minimaliseren.
Bronnen:
Bradley, A. J., & Green, M. J. (2004). The importance of the nonlactating period in the epidemiology of intramammary infection and strategies for prevention. Veterinary Clinics: Food Animal Practice, 20(3), 547-568.
Rajala-Schultz, P. J., Hogan, J. S., & Smith, K. L. (2005). Association between milk yield at dry-off and probability of intramammary infections at calving. Journal of Dairy Science, 88(2), 577-579.
Boer, M., Zijlstra, J., Buiting, J., Colombijn-van der Wende, K., & Andringa, E. A. (2013). Routekaart Levensduur; eindrapport van het project” Verlenging levensduur melkvee” (No. 668). Wageningen UR Livestock Research.
Proactieve ondersteuning rondom uiergezondheid
Hieronder tonen wij het protocol dat wij adviseren voor optimale uiergezondheid. Door op de foto te klikken krijgt u meer informatie te zien over het product. Echter adviseren wij de producten altijd in een programma te gebruiken voor een optimaal resultaat.
Een vraag voor een AHV-Specialist?
Wilt u bezocht worden door een AHV-Specialist om samen de gezondheid op uw melkveebedrijf te bespreken? Onze AHV Specialist komt graag bij u langs om samen de gezondheid van uw koeien te beoordelen en met een passend koespecifiek advies te komen.
Benelux – Contact Opnemen Adviseur kort
"*" geeft vereiste velden aan